Maleisië 2013 De ‘echte’ reis begint in Maleisië, waar we de KuipWagen hebben opgehaald. Als je dit in de hotellift ziet dan weet je dat je tropisch Azië bent. We beginnen onze reis door Maleisië in Kuala Lumpur. En dan moet je natuurlijk naar de Petronas Towers, ook als je hoogtevrees hebt. De nationale vlinder van Maleisië in het Butterfly Park, Kuala Lumpur. We vonden deze Hornbill indrukwekkender. Hij kwam onze lunch even bekijken in het Bird Park, Kuala Lumpur. De eerste nacht dat we de KuipWagen hebben. Een beach chalet aan de Straat van Malakka. Een plek waar normaal gesproken geen westerse toeristen komen, dus we trekken wel wat (positieve) aandacht. Deze local was het meest hardnekkig. In Melakka zijn nog sporen uit de Nederlandse tijd te vinden. Zoals deze grafstenen bij de St. Pauls Church. Het oude centrum van Melakka bestaat eigenlijk uit drie straatjes met koloniale architectuur. Het oude centrum voelt nu vooral Chinees. Dit zijn beelden voor de Tijgergod in de Cheng Hoon tempel. Riksja’s Melakka-stijl zijn niet over het hoofd te zien. Naast uitbundige versiering en verlichting zit er op elke riksja ook een enorme boombox met vooral foute jaren 80 hits. Hier was Coen in de zevende hemel: satay celup. Oftewel fonduen in saté saus. Moesten we wel ruim een uur voor in de rij staan, maar het was de moeite waard. Van Malakka zijn we naar het Bera meer gereden. Hier hebben we eerste nacht in de KuipWagen geslapen, op de camping bij het meer. En het thuisfront even laten weten waar we zijn en dat alles OK is. Nadat we ’s avonds nog twee uilen en vuurvliegjes hadden gezien, werden we ’s ochtends wakker met apen in de bomen rondom ons. Vervolgens door naar de oostkust. Een paar dagen relaxen in het surfdorp Cherating. Highlight was de vuurvliegjes tour waarbij Hafiz de vliegjes naar de boot lokte. Daarna richting het noorden, duidelijk meer conservatief moslimgebied (niet langer de top-40 hits). De moesson komt eraan, we waren blij dat dit resort aan het strand in Bachok nog open was. Rond Kota Bahru liggen verschillende boeddhistische tempels, waaronder deze met supersized boeddha. Toen we uit Kota Bahru wegreden brak de moesson echt los. De hele dag in de stromende regen gereden en na een nacht in Kangar in Kuala Lipis uitgekomen. Daar klaarde het iets op en konden we een middagwandeling maken. Mooi plaatje zonder de bijbehorende muskieten! Na Kuala Lipis wilden we naar het nationale park Taman Negara, maar de moesson gooide overstromingen in het eten. Banjir, jalan en tutup betekent niet veel goeds….. De weg is dicht door een overstroming. Zelfs met snorkel is 2 meter water toch iets te veel van het natte. Later bleek dat in het park auto´s tot het dak in het water stonden toen de rivier ineens 8 meter hoger kwam. Dus uiteindelijk zijn we blij dat we daar niet meer gekomen zijn. We zijn het hogerop gaan zoeken, de Cameron HIghlands in. Veel koeler en vol met groente, fruit en thee. Voor de liefhebbers, er rijden ook duizenden oude Defenders rond. Op de Boh theeplantage hebben we rondgekeken in een theefabriek en van het uitzicht genoten. De Camerons zijn wel hoog maar niet droog. Prachtige maar steile hiking trails door bossen vol mos en varens. Na zo’n 5 uur wandelen waren we totaal doorweekt. We hadden wel poncho’s mee maar die bleken heel onhandig bij het klauteren tussen de boomwortels. Dan maar nat. Na 3 dagen zijn we de kou van de Camerons ontvlucht (het is er niet warmer dan 25 graden, maar het voelde veel kouder). Het oude centrum van Ipoh staat vol koloniale gebouwen. En weer lekker warm! Rond Ipoh liggen allerlei boeddhistische tempels in grotten in de kalksteen rotsen. Bij de Sam Poh Tong is een schildpaddenvijver met mini rotsen compleet met mini tempels. De Kek Lok Tong is een tempelgrot die opent op een prachtige tuin. Ook geliefd bij Makaken. De vraag is wie nou wie bekijkt. Het paleis van de sultan van Perak in Kuala Kansar lijkt zo uit 1000-en-1-nacht te komen. Bij het mangrove park in Kuala Sepatang kan je met droge voeten door de mangroves dwalen. Kleurrijke bewoner van de mangroves. Deze wil zich verstoppen in de modder tussen de mangrove wortels maar met zulke felle kleuren is dat lastig. In Georgetown zijn een paar Njonja huizen (handelaars van Chinese oorsprong) gerestaureerd. Hun rijkdom is duidelijk zichtbaar. Coen probeert het aan te leggen met een weinig spraakzame dame. Mensen komen speciaal naar Georgetown voor de straatkunst. December en pepernoten! Toch niet, het zijn pindakoekjes die alleen Coen heerlijk vindt. Detail van de Koo Kongsi, een tempel van de Koo clan in Georgetown. Gelukkig bleken ongelukken iets minder `inevitable´ dan op het bord bij de ingang stond. We zijn ongeschonden de Kek Lok Si tempel weer uitgekomen. De Kek Lok Si is een aaneenschakeling van tempels op een berg. Bij de meesten was een fascinerende verzameling aan souvenirs bijna direct naast het altaar te koop. Zoals bij veel boeddhistische tempels wordt er volop bijgebouwd. Deze hertjes staan te wachten op een mooi plekje. Taman Negara was overstroomd, die bij Penang was ingestort, maar bij Sungai Selim konden we eindelijk de boomtoppen in met een Canopy Walk. Voor de meeste Maleisische bezoekers is de rivier de echte attractie van Sungai Selim park. Tassen vol met eten en vooral badspullen voor een goede schrobbeurt in de rivier. Op de valreep in Maleisië kamperen in het nationale park Taman Negara Perlis. We zijn hier al voorbij het checkpoint, Thailand was nog geen kilometer verder. Tijdens het avondeten hadden we gezelschap van deze heer die zijn eigen maaltje bij elkaar scharrelde. In het park met een gids de Gua Burma grot in. Na een rustig begin over vlonders werd het al snel op je knieën in een riviertje door smalle doorgangen kruipen. Nat, modderig maar voldaan aan het eind van de grot. Op naar Thailand!